dinsdag 20 mei 2008

Mini-Filmvoorstelling woensdag 28 mei 2008

Poster ontworpen door Kimberly Watamalejo

woensdag 14 mei 2008

Een gebouw als instrument

Photobucket[davidbyrne.com]

Eind mei is de opening van de nieuwe kunst installatie 'Playing the Building' van David Byrne, kunstenaar en muzikant, vooral bekend van de door hem opgerichte Talking Heads.

Bezoekers kunnen dan muziek maken met onderdelen van het 'Battery-Maritime' gebouw in New York. M.b.v. apparaatjes, die resoneren, vibreren of wind blazen, kan men met de metalen pilaren en waterleidingen geluid produceren.

(via Wired)

'Glass, Concrete and Stone' - David Byrne [mp3]

Ondergrondse stad

Photobucket
Professor Moshe Zwarts, van Zwarts & Jansma, werd door movingcities.org geïnterviewd over de plannen voor een stad onder Amsterdam.

Balkenende op AdeK

Photobucket
Gistermiddag verzorgde de Minister-President van Nederland, Mr. Dr. Jan Peter Balkenende, een inleiding getiteld 'Met zelfvertrouwen werken aan de toekomst' in het IGSR-Staatsolie gebouw.

Hieronder volgt de beschrijving van de inleiding uit het AdeK persbericht:

Hij gaat in op het thema globalisatie en de uitdagingen die daarmee samenhangen op economisch en ecologisch gebied. Hij gaat verder in op de overeenkomsten tussen Suriname en Nederland en hoe beide landen zich zullen moeten instellen op de ingrijpende veranderingen als gevolg van de stormachtige opkomst van China en India en de opwarming van de aarde. Balkenende geeft in zijn inleiding aan dat Suriname en Nederland een belangrijke rol kunnen spelen in de internationale zoektocht naar een duurzamere energievoorziening.
Photobucket
De eerste vraag werd gesteld door FTeW student Victoria Naipal. Zij wou weten of Nederland studiemogelijkheden zal bieden aan Surinaamse studenten die willen specialiseren in klimaatsverandering.

Photobucket
Minister Edwin Wolf van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov) maakte deel uit van het publiek.

Photobucket
Drs. Allan Li Fo Sjoe, waarnemend voorzitter van het universiteitsbestuur.

Photobucket
V.l.n.r. - Minister Wolf, Minister-President Balkenende, drs. Li Fo Sjoe, Minister Gregory Rusland en dr. Jerrel Pawiroredjo.

Photobucket
Ali neemt de photo-op iets te serieus.

Photobucket

Photobucket

Photobucket

Photobucket

dinsdag 13 mei 2008

Brand te TU Delft

Photobucket[Monique Gidding]

Vanmorgen brak brand uit bij de faculteit Bouwkunde van TU Delft. Voor meer informatie bent u terecht op de sites van Archined en TU Delft.

donderdag 8 mei 2008

Interieurarchitecte Hera van Ommeren: ‘Het is een beroep vol uitdagingen’ (de Ware Tijd - 08/05/08)

Wist u dat u bij het aanleggen van een park of een plein, niet zomaar banken of andere objecten kunt neerzetten? Net zoals u tijd en aandacht besteedt aan het inrichten van uw huis, zou u dat ook moeten doen met uw tuin, parkeerhaven, een plein of park. Doet u dat niet, dan kan het ontzettend storend overkomen. Hera van Ommeren, die als afgestudeerd interieurarchitect verschillende huizen, bedrijven, winkels, tuinen en parkeerhavens onder handen neemt, weet hier alles van.

Al aan het begin van het gesprek legt Van Ommeren geduldig het verschil uit tussen een interieurarchitect en een binnenhuisarchitect. "Doordat in beide termen het woord architect zit, is de insteek voor wat de criteria betreft, hetzelfde. Maar als we praten over een interieurarchitect, hebben we het over ruimtelijk en conceptueel inrichten. Het vormgeven en ontwikkelen van woningen, kantoren, publieke plekken en producten. Kortweg: alles dat met een interieur te maken heeft. Dus ook werkplekconcepten of openbare buitenruimten. Vanuit verschillende invalshoeken, zoals verlichting en ergonomie, wordt het product ontworpen. Bij woningen en kantoren worden weer andere criteria gebruikt."

Bij een binnenhuisarchitect ligt het accent anders, gaat Van Ommeren verder. "De scope van een binnenhuisarchitect beperkt zich veelal tot privé-woningen, waarbij meubilair en interieuraccessoires centraal staan, en gerelateerde trendontwikkelingen op de markt. Er wordt gedacht in stilistische en tijdelijke oplossingen in kleur, dessin en vorm."

De architect gaat verder in op de materie, en legt uit over het interieur van een stad, dat bestaat uit gebouwen die symmetrisch met elkaar in verbinding moeten staan. Alles heeft een functie, dus ook het aanleggen van een park. "Een park of tuin is een verbindingselement tussen de gebouwen in een stad. Al naar gelang de functie kun je kiezen voor groene stadsparken of pleinen, of beton of rubber of een integratie van beiden."

Belangrijk is dat een interieurarchitect tijdens het ontwerpproces wordt benaderd, meent Van Ommeren. "Of het bouwen van een huis of kantoor daardoor een stuk duurder wordt? Het wordt net zo duur als je zelf wilt." De architect is ervan overtuigd dat er zeker een markt aanwezig is, maar dat velen niet bereid zijn de extra kosten te betalen. "De gedachte dat iedereen het toch kan doen in zijn vrije tijd, leeft heel sterk in onze maatschappij. Maar wat mensen niet weten is dat een foto uit een magazine lang niet alles toont. Aan het eind zit je toch met een ontevreden gevoel, wat niet verwonderlijk is, omdat de ruimte niet voldoet aan je eigen specifieke eisen en behoeften."

Het werk van interieurarchitecten is zeer divers. Behalve het bewaken van de kwaliteit en het ontwerp, zijn ze ook aanwezig bij het inkopen van allerhande afwerkingsmaterialen. Maar ook als de klant een bepaald type materiaal zou willen dat vanwege de plaatselijke omstandigheden niet aan te raden zouden zijn, wordt dat aan de klant voorgehouden. "Niet omdat de klant het wil, wordt het geplaatst."

Intussen is Van Ommeren door de ervaringen te weten gekomen dat sommige winkeliers zich schuldig maken aan het bijvoorbeeld leveren van C kwaliteit tegels tegen A kwaliteit prijs. Het idee ontstaat het beste te hebben ingekocht, maar binnen de eerste twee jaar wordt het tegendeel bewezen. Zij hoopt dat de consument zich dan ook goed laat adviseren om teleurstelling te voorkomen.

Van Ommeren besloot vijf jaar geleden, na jaren werkervaring in Nederland, naar Suriname terug te keren. Ze heeft samen met haar zakenpartner Santusia Vasconcellos The ID Factory opgericht. Samen nemen zij opdrachten aan, waarbij Vasconcellos belast is met de financiële bewaking van de interieurbudgetten en zich tevens bezighoudt met cash-management vraagstukken.

Van Ommeren zegt jammer genoeg te moeten constateren dat interieurarchitectuur nog ver te zoeken is in Suriname. Het is dan ook niet eenvoudig om het beroep uit te oefenen. "Vergelijk het met een chirurg die gewend is met alle tools zijn operaties uit te voeren in de stad, en die daarna ontzettend creatief moet zijn om dezelfde doelen te bereiken als hij in het binnenland moet werken. Net zo uitdagend is het voor mij hier. Het is een beroep vol uitdagingen."

Maar op elk project, klein of groot, dat zij tot nu toe hebben uitgevoerd, is ze trots. "Alles kan worden ontwikkeld, je moet alleen weten hoe de vertaalslag te maken van wat de opdrachtgever wil naar het tastbare. En die vertaalslag is het moeilijkste hier, want die gaat zich uiten in tijd en het budget." Ook de arbeiders moeten beter begeleid worden, omdat het anders moet dan zoals zij het tot nu toe hebben gedaan. Technische competenties spelen in de interieurarchitectuur een cruciale rol, zeker wanneer het gaat om details. "En in dit laatste zit de moeilijkheid, want de specifieke kennis en tools ontbreken veelal. Maar ik geloof dat er voor elk probleem een oplossing is door goed projectmanagement toe te passen."

De architect zegt dat mensen ervan overtuigd moeten zijn dat het als team een samenspel is, om een bepaalde productie en kwaliteit per dag te halen. De discipline en de bevlogenheid zijn echter niet altijd aanwezig. Hoewel zij werkt met een vast team, heeft Van Ommeren ook te maken met van verloop en problemen met de werkers. "Als vrouw in de Surinaamse bouwwereld moet je je vaker bewijzen, en kunnen motiveren waarom specifieke interieur technische oplossingen wel of niet uitgevoerd moeten worden.

En dat kan nogal wat voeten in de aarde hebben, want uiteindelijk moet ik binnen het budget en de vertaling van het ontwerp blijven", besluit de interieurarchitecte.

- Rosita Leeflang

Huren bij Sekrepatu: een uitstekend alternatief (de Ware Tijd - 08/05/08)

Paramaribo - Eind vorige maand opende Stichting Sekrepatu de deuren van het nieuwe kantoor aan de Laurastraat.

De stichting zit niet stil, en het is zelfs de bedoeling dat Sekrepatu zich ontwikkelt tot een woningcorporatie. ‘In Nederland hebben woningcorporaties een belangrijke rol gespeeld bij het oplossen van het huisvestingsprobleem. Dat hopen we hier ook te realiseren.’

Het lijkt soms of ‘huren’ een vies woord is. Maar dat geldt gelukkig niet voor iedereen. “Ik vind het heerlijk om hier te wonen. Het is lekker relaxed, altijd netjes verzorgd. En kindvriendelijk, want alles is dichtbij: de school, een dagverblijf voor kinderen. Het is ook vlak bij de stad, maar je hebt geen last van de drukte.” Wie zou niet op deze manier willen praten over de buurt waar hij of zij woont? Harriette Neslo heeft het over Sekrepatu Dyari aan de Laurastraat, waar zij nu vijf jaar woont. Dit was het eerste project van Stichting Sekrepatu, een stichting met als doel een bijdrage te leveren aan de verbetering van de woon- en leefsituatie in ons land.

Die situatie is algemeen bekend. Geld om te bouwen is er nauwelijks, leningen zijn niet altijd toereikend en het is niet voor iedereen even makkelijk een stuk grond te krijgen. Jongeren die pas afgestudeerd zijn bijvoorbeeld, pas gehuwde echtparen of seniore burgers die op zichzelf willen blijven wonen. Voor al deze mensen is huren een uitkomst. Stichting Sekrepatu wil door het opzetten van meer huurwoningen, meer mensen in de gelegenheid stellen een dak boven hun hoofd te hebben. “Een eigen woning is niet alles. Je moet er ook van kunnen genieten, en het in stand kunnen houden”, vindt Paul Pierpont, directeur van Sekrepatu. “En de omgeving moet aangenaam zijn. Daarom zijn er voorzieningen bij onze projecten.

Er is bewonersparticipatie om klachten en problemen door te kunnen geven aan de organisatie. En bijeenkomsten met toekomstige bewoners zorgen ervoor dat de leefomgeving prettig is en blijft. Wanneer er klachten zijn, word je ook aangesproken door buren en klachten kunnen uiteindelijk de organisatie bereiken. Daarvoor is er een sociale en technische inspectie. De technische inspectie is verantwoordelijk voor het repareren van mankementen aan het huis, bijvoorbeeld schilderen en dergelijke.”

Iedereen kan zich inschrijven voor een woning van Sekrepatu, al zijn er natuurlijk wel eisen waaraan voldaan moet worden. Daarover geeft de stichting informatie aan geïnteresseerden. En er is inmiddels een flinke lijst met woningzoekenden! “Wij leggen daarom de lijst met ingeschreven bij de notaris neer. Daar wordt via een loting bepaald wie in aanmerking komt voor de vrijgekomen huizen, en er wordt een procesverbaal opgemaakt.

De namen van de mensen die gewonnen hebben, worden vervolgens in de krant gepubliceerd. Daarvan mag dan ook niet afgeweken worden”, geeft de directeur van de stichting aan. Op dit moment staan meer dan 1.000 mensen geregistreerd. Sekrepatu zit daarom niet stil, maar is hard aan het werk om nog meer van zulke woonprojecten te realiseren. Er is een project op Kwatta gaande, waar 127 woningen komen te staan. Ook is er een start gemaakt met het project te Tout Lui Faut, waar ongeveer 90 woningen komen.

Stichting Sekrepatu bestaat nu al acht jaar, en de werkarm van de organisatie vijf jaar. Het is de bedoeling dat de stichting zich ontwikkelt tot een woningcorporatie. Daarbij wordt Sekrepatu met raad en daad bijgestaan door Stichting Brasa, haar zusterorganisatie in Nederland.

“Een woningcorporatie is een ondernemingsvorm die in Suriname nog niet heel bekend is”, vertelt Piet Rigter van Stichting Brasa. Brasa wordt bestuurd door vier woningbouwcorporaties en het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam, en is in hetzelfde jaar opgericht als stichting Sekrepatu. “Een woningcorporatie of woningbouwvereniging is een organisatie die huisvestingsproblemen voor mensen die vooralsnog niet op eigen kracht in huisvesting kunnen voorzien maar toch zelfstandig willen wonen, een alternatief te bieden.

In Nederland hebben woningcorporaties een belangrijke rol gespeeld bij het oplossen van het huisvestingsprobleem. Dat hopen we hier ook te realiseren. Als ik kijk naar Sekrepatu, waar ze nu staat, wat ze doet, dan zijn wij trots. Natuurlijk zijn er onderdelen zoals professionalisering van ICT, die beter aangepakt kunnen worden. Er wordt al met computers gewerkt, maar er zijn ook integrale systemen. Het zou geweldig zijn als je dat ook hier kan doen, want je moet snel huizen kunnen opzetten.”

Het streven van Sekrepatu is om 100 woningen per jaar te bouwen. “De projectontwikkeling moet zodanig zijn dat we tegen een geïnteresseerde kunnen zeggen: ‘komt u maar direct mee’,” vertelt Rigter. “Er wordt op dit moment kwaliteit geleverd en we hebben ook vertrouwen voor de toekomst. Maar we willen natuurlijk ook dat Sekrepatu verder uitgroeit tot een organisatie die in staat is zichzelf te redden en op eigen benen kan staan.”

In de toekomst is het de bedoeling dat er verschillende thema’s worden uitgewerkt, bijvoorbeeld wonen en zorg. Bij iedereen die een bepaalde behoefte heeft, wil de stichting een woning aanbieden en instanties zorg laten leveren, bijvoorbeeld voor senioren.

“In het bijzonder willen we bescheiden blijven, we willen eerst presteren. Maar we zijn zó enthousiast”, geven de heren aan. En ook Harriette Neslo is het er helemaal mee eens dat er veel meer projecten moeten komen. “Ik vind dat het absoluut navolging verdient. Ik vind het jammer dat de regering dit initiatief niet ondersteunt om aan sociale woningbouw te doen. Het is een geweldig concept. Ik vind het prachtig en zou het veel meer mensen gunnen.”

- Carolyn Gerling

vrijdag 2 mei 2008

De Hendrikschool

Photobucket
De Hendrikschool was één van de voornaamste werken die mijn bet-overgrootvader, Adrianus van 't Hoogerhuys, uitvoerde als opzichter bij het Bouwdepartement. Die functie bekleedde hij in 1871, nadat hij in Rotterdam zijn bouwkunde opleiding aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen had afgerond.

Excerpt uit Volder's "Bouwkunst in Suriname":

In de zeventiger jaren van de vorige eeuw [19de eeuw] werden gegalvaniseerde golfplaten voor het eerst als dakbedekking gebruikt. Al spoedig bleek dat men met dit materiaal geheel nieuwe kapvormen kon maken. Pannen en leien vereisten een steil dak; met zinkplaten werd het mogelijk flauwe hellingen toe te passen. In 1887 werd de Hendrikschool (Gravenstraat 34) gebouwd in een voor Suriname geheel nieuwe en monumentale stijl: boven de gevels was geen kap te zien maar een zwaar geprofileerde kroonlijst, waarachter men slechts een plat dak kon vermoeden. Het dak is echter niet plat, maar bestaat uit golfplaten die onder geringe helling aflopen. Als men het gebouw van de achterzijde bekijkt valt direct op hoe de zaak in elkaar zit.

Photobucket

Photobucket
Linker zijgevel.

Photobucket
Achtergevel. De trap is waarschijnlijk niet oorspronkelijk.

Photobucket

Photobucket
Voorgevel tweede gebouw.

Photobucket
Rechter zijgevel tweede gebouw.

Photobucket
Verdieping tweede gebouw met klaslokalen.

Photobucket

Photobucket

Photobucket
Trap rechter zijgevel tweede gebouw.

Photobucket

Photobucket
Het derde gebouw is door een "brug" verbonden met het tweede gebouw. Dankzij een groot overstek en het ontbreken van muren is er sprake van maximale ventilatie.

Photobucket

Photobucket

Photobucket
Rechter zijgevel derde gebouw.

Photobucket

Photobucket

Photobucket

Photobucket

Photobucket

Photobucket
Op het terrein zijn er nog meer gebouwen aanwezig, zoals dit woonhuis.

Photobucket
Gymzaal? Geen idee. Op de achtergrond kan men nog een gebouw waarnemen.